Ree

Het ree (Capreolus capreolus) is het kleinste van nature voorkomende hertachtige in Nederland. Met zijn schofthoogte van ongeveer 70 centimeter, is het kleiner dan het ook in Nederland voorkomende dam- en edelhert. Mannelijke dieren noemen we bok en vrouwelijke dieren geit. Vanaf de 30ér jaren van de vorige eeuw neemt het ree in aantal toe. Het dier komt tegenwoordig in alle provincies voor. Voor die tijd kwam het dier eigenlijk alleen op de Veluwe en de grensprovincies voor.

Bronstperiode van het ree ligt in de maanden juli - augustus. Ten opzicht van de dam- en edelhert bronst verloopt deze relatief rustig. Die dieren gedragen zich in deze periode anders en er wordt veelvuldig "gefiept". Dit fiepen is het bronstgeluid van het ree en klinkt als een hoog en kort aangehouden "Piaah".

De kalveren worden geboren in mei. De eenjarige geiten krijgen een enkel kalf en de meerjarige geiten eigenlijk altijd twee. Soms worden er ook drielingen geboren.

De provincies Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Drenthe huisvesten driekwart van alle reeën in Nederland. De totale stand wordt in Nederland geschat op meer dan 100.000 stuks.

(Bron: Vereniging Wildbeheer Veluwe)



De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.